4. Een stenen kerk

≡ info afbeelding
Afb. 14 - Tufsteengroeve in de Duitse Eifel, z.j.
Pasteltekening van Johan Coenraad ‘Herman’ Heijenbrock (1871-1948)

Prestigieuze kerkgebouwen

In navolging van ontwikkelingen elders in Europa nemen de bisschoppen van Utrecht als geestelijke machthebbers vanaf de 11de eeuw het initiatief om binnen hun bisdom over te gaan tot de bouw van stenen kerken. Dat moet voor de bevolking opzienbarend zijn geweest en als vluchtplaats een veilig gevoel hebben gegeven. Uit oogpunt van prestige kan de graaf van Holland als wereldlijke machthebber niet achterblijven en bouwt stenen kerken onder andere in Haarlem, Vlaardingen en Dordrecht.

Maar na enige tijd worden er ook eenvoudige stenen dorpskerken gebouwd. Daarvan is vaak niet bekend wie de opdrachtgevers zijn geweest. De bouw is een kostbare aangelegenheid, want als bouwmateriaal wordt in die tijd tufsteen gebruikt. Die steensoort moet vanuit het Eifelgebergte in Duitsland over de rivieren naar onze streken worden vervoerd. Het gebruik van baksteen is dan nog onbekend.

Ook in Velsen wordt omstreeks het begin van de 12de eeuw het houten kerkgebouwtje vervangen door een tufstenen zaalkerkje. Honderd jaar later wordt het godshuis uitgebreid met een tufstenen toren.

≡ info afbeeldingen
Afb. 15 - (l) In de tufstenen muur aan de noordkant van de kerk is de ingang uit de beginperiode, zij het dichtgemetseld, nog aanwezig (foto links). Boven het poortje zijn de sporen van een van de 12de-eeuwse Romaanse kerkvensters te zien. Aan de zuidkant functioneert als toegang nog wel het poortje in de muur van de in de Tachtigjarige Oorlog verwoeste zijbeuk (lees ook info afb. 16).
Afb. 16 - Er zijn sporen gevonden in de muur aan de westkant van de kerk (achter de toren dus) die zouden kunnen duiden op de aanwezigheid van drie doorgangen, de Drievuldigheid symboliserend: vader, zoon en heilige geest. Maar in die hele vroege periode is het gebruikelijk dat de eenbeukige kerkzaaltjes zijn voorzien van ingangen aan de noord- en zuidkant. De veelal later toegevoegde torens zijn meestal alleen toegankelijk vanuit de kerk. In dat geval zou de westelijke toegang door de toren van het dorp Velsen van latere datum zijn.
≡ info afbeeldingen
Afb. 17 en 18 - Uitbreiding van de kerk met een koor, een Brederodekapel en een toren, 13de eeuw. De Christussteen (afb. 18 rechts) versiert dan de Romaanse toren. Kerk en toren zijn gebouwd in de Romaanse stijl (950-1250). De spits van de toren zal hoogstwaarschijnlijk ook in die bouwtrant zijn uitgevoerd. Dat wil zeggen een vrij korte vierkante spits met een helling van ongeveer van 60 graden. Maar ook een zadeldak naar Fries model zou mogelijk kunnen zijn. In de 15de eeuw wordt de kerk vergroot met een zijbeuk en wordt de toren verhoogd en voorzien van een gotische spits. De huidige lage Romaanse spits dateert van 1887.
De tekeningen (1998) en foto's (2009) van afb. 15 t/m 18 zijn van de auteur

Wie gaat dat betalen?

Het handjevol boeren, vissers en jagers is volgens de kerkelijke wetten verplicht bij te dragen aan het onderhoud van hun parochiekerk, maar dat ze een nieuwe stenen kerk kunnen financieren, lijkt uitgesloten.

Wie is dan de opdrachtgever? Is dat de verafgelegen abdij van Echternach, de bisschop van Utrecht, de graaf van Holland of moeten wat de laatstgenoemde betreft denken aan een van zijn leenheren?

Brederode en Persijn

In dat geval komen algauw de oud-adellijke geslachten Persijn en Brederode in beeld. Brederode is natuurlijk bekend. De Persijns waren eigenaren van het kasteel Huis te Velsen bij Driehuis. Er zijn diverse aanwijzingen waaruit blijkt, dat beide families nauw bij de kerk zijn betrokken.

De meest aansprekende betrokkenheid is de aanwezigheid van de Brederodekapel aan de noordkant van de kerk.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog is deze kapel tegelijk met de kerk verwoest (zie de link naar de Tachtigjarige oorlog). Dat blijkt uit een bestek van 1596 tot herstel van de kerk. De dichtgemetselde toegang tot de kapel is nog steeds zichtbaar in de noordmuur van de kerk.

Bij restauratiewerkzaamheden rond 1967 worden buiten de noordmuur, naast een aantal andere grafkelders, ook twee kelders met een bijzondere afdeksteen gevonden. De steen toont ons een ridder met zijn gemalin, bijna levensgroot afgebeeld.

Uit onderzoek blijkt dat wij hier vrijwel zeker te maken hebben met Willem, de tweede heer van Brederode (ca.1230-1285) en zijn vrouw Hillegonda van Voorne (ca.1232-1302). Een bijzondere vondst, omdat Willem ook de stichter is van het kasteel van Brederode rond 1281.10


≡ info afbeeldingen
Afb. 19 links - Sporen van de toegang tot de Brederodekapel in de noordmuur van de dorpskerk.
Foto auteur (2009)
Afb. 20 rechts - Gestileerde tekening van de fraaie afdeksteen met de afbeeldingen van Willem van Brederode en Hillegonda van Voorne. De zerk wordt gedateerd rond 1400. De onder de steen aangetroffen skeletten zijn grondig bestudeerd. Van de schedels zijn reconstructies gemaakt. Het echtpaar valt te bewonderen in de expositie van het archeologisch museum Huis van Hilde in Castricum (Zie ook afb. 82 en 83).
Overdruk uit: Onvoltooide roem. De Heeren van Brederode in de Middeleeuwen. Tekening van Nico van Dam, na onderzoek door Bert J. Oosterop, 1996