1. Inleiding
-
inhoud
- 1. Inleiding
- 2. Villa Felison
- 3. Nieuwe ontwikkelingen
- 4. Stenen kerk
- 5. Bedevaartplaats
- 6. De Tachtigjarige Oorlog
- 7. Buitenplaatsen en een haven
- 8. Napoleon, overstromingen en het Noordzeekanaal
- 9. WO II, verpaupering en beschermd dorpsgezicht
- 10. Meer informatie en afbeeldingen
- Terug naar startpagina
Ô Velsen, hoe bekoorlijk is uw stand!
Is ooit een Tempe in ’t vrije Nederland,
Dit Dorp mag zulk een naam met recht wel dragen.
Velsen, een idylle?
Een tempe, anders gezegd een verrukkelijk oord, zo wordt het dorp Velsen omschreven in de Noord-Hollandsche Arkadia1 in de eerste helft van de 18de eeuw.
Ik kan mij die situatie voorstellen. Een idyllisch dorp, verscholen in het groen met een haventje op de rand van het Wijkermeer en direct omgeven door schitterend aangelegde buitenplaatsen als Beeckestijn, Waterland, Meervliet, Velserbeek, ’s-Gravenlust, Meerzicht en Wijkeroog. Ik heb mijn gedachtenbeeld overgebracht op de tekenaar Bert Bus en die heeft het op mijn verzoek op papier gezet. Zijn getekende impressie van het dorp van toen staat hieronder.
Overdruk uit: Memoriaal van Velsen. Reconstructietekening van Bert Bus, 1985
Maar ook de Amsterdamse dichter G. Tysens laat zich in 1728 niet onbetuigd over het dorp en schrijft in de dan uitgegeven atlas Hollands Tempe verherelykt.2
De naam van Velzen aan de wéreld te doen horen,
Daar gy nu nog zo schoon blinkt met uw Kerk en Toren,
En streeld my het gezigt met een gewensten stand
‘k verheug my om uw heil, o roem van Kenn’merland!
Een paradijsje, zo op het oog. Een plek, waar de reizigers zich te voet, te paard of met het rijtuig bij het logement De Prins (nu restaurant De Heeren van Velsen) te goed doen aan de beroemde Velser kers. De Noordhollandsche Arkadia vermeldt daarover:
Uit: Hollands Tempe
Wat ziel word niet vervrolykt, hoe vermoeit,
Die zien mag hoe de Karsplantagie bloeit,
Die hier byna een uur in ’t rond geplant is,
De schoonste die in ons geheele land is…
De Bangert roeme op Aalbes fris en vars,
De Velser boogt op zyne zomerkars.
Maar zo is het niet altijd geweest en zo zou het na de 18de eeuw ook niet blijven. Dan heb ik het niet alleen over de kersenboomgaard, maar ook over het brede terrein van leven, wonen en werken. De Velser kers moet al vrij snel het loodje leggen, zo blijkt uit het Hollandsch Penning Magazijn voor de Jeugd3 van 1836:
Tusschen Velzen en Beverwijk groeit veel ooft (= fruit), doch de kersenboomgaarden, die men aldaar plagt te vinden en heerlijke vruchten voortbragten, zijn in verval gekomen.
Tekening van Jacob Cats (1741-1799). Overdruk uit: Memoriaal van Velsen. Foto: Christie’s Amsterdam. Tekening op 26 november 1984 geveild. Verblijfplaats onbekend
Het zou nog erger worden, want in de 20ste eeuw zou het eeuwenoude agrarische karakter van Velsen praktisch verdwenen zijn. Maar laten we bij het begin beginnen.