eder-volkorenspeltbrood met hazelnoten of zonnepitten

1968
In 1965 kon ik een baan als tekenleraar krijgen op de Middelbare Meisjes School Velsen, een school gevestigd in noodlokalen bij Telstar (gesloopt). Van Amsterdam, waar ik met mijn gezin aan een drukke straat woonde, liep er een directe spoorlijn naar IJmuiden met een halte vrijwel voor de deur van de school. Elke dag heel vroeg op en lange dagen, maar in Velsen wonen? Nooit! Tot een jaar later de heer Ockeloen, de toenmalige wethouder van O.W. tevens voorzitter van de Stichting tot behoud van Het Dorp Velsen, mij vroeg of ik interesse had in een huis in het dorp Velsen. Dat dorp was toen bestemd als woongebied voor kunstenaars, want de rasechte IJmuidenaar wilde in die afbraakbuurt absoluut niet wonen. En dat was ook wel voorstelbaar: een zooitje was het. De pandjes werden niet meer onderhouden, waren soms half ingestort en dichtgetimmerd. Winkeltjes die er ooit waren - weg! Maar de kerk en nog een handvol huizen werden een beschermd dorpsgezicht. Twee huizen waren al gerestaureerd en een ervan kon het mijne worden. In huur wel te verstaan en wel voor minstens drie jaar, want de socialist Ockeloen was van mening dat speculatie moest worden uitgesloten. Ach, dacht ik na drie jaar heb ik dan een mooi ruilobject, en kunnen we terug naar Amsterdam. Maar dàt is er nooit van gekomen. Het wonen in het dorp paste in de trend van de zestiger jaren: ‘eenvoudig leven op het platteland’. De omgeving wàs ook veel landelijker. Wat nu Velsen Oost is, was tot aan de tunnel nog weiland en braakliggende grond, de Parkweg een lommerrijke, smalle klinkerstraat. De oversteek naar Velserbeek kon met ogen dicht. Vanuit de Zuiderdorpstraat zag je geen parkeerplaats maar een met wilde bloemen begroeide heuvel die een bunker aan het oog onttrok. Er was toen nog veel meer dorp totdat een deel ervan in 1969 bij de verbreding van het kanaal voor goed verdween. Ondertussen ontstond er een gestaag groeiende leefgemeenschap. Nieuwe bewoners werden goede buren, voor onze kinderen was het een ideale speelplek. Ons huis voldeed prima - en niet onbelangrijk - had een groot atelier. Mijn school, na fusies eerst de Vissering en daarna het Vellesan, beviel ook uitstekend en was daarbij nog eens op loop afstand ook.

Na lid van de Stichting geworden te zijn, begon de geschiedenis van het dorp me steeds meer te interesseren. Met Siebe, Siem en anderen resulteerde dat in 1975 in het boek over de geschiedenis van het dorp: Een kerk en een handvol huizen'.

Bereiding: laat de machine kneden!

  1. Doe in de kneedbak van de machine in deze volgorde: water, volkorenmeel, zout, speltmeel, bloem, gist, suiker, olijfolie en de noten.
  2. Het kneden duurt ca. 55 minuten. De deegbal moet stevig zijn. Is het deeg wat draderig dan is er iets teveel water gebruikt. De hoeveelheid water luistert nauw, een heel klein beetje maakt al verschil - dit ook al weer afhankelijk van het soort meel. Maar, ga gewoon door, vaak valt het resultaat uiteindelijk mee.
  3. Vet een 500 grs. bakblik in. Vorm het deeg op een bebloemd oppervlak en sprijd het deeg egaal in het blik
  4. Je kunt met een schaar een viertal diepe knippen overdwars aan brengen of een lange keep in de lengte.
  5. Wat bloem erop of op het licht vochtig gemaakte oppervlak, pitjes. Of niet. Laat je leiden door fantasie, durf en na enige tijd, ervaring.
  6. Ik zet het blik of de blikken, op de verwarming met een doek er op. Warmte bevordert het rijzen. De bakker heeft een rijsoven, wij niet.
    Sommigen maken de droogtrommel warm en zetten het deeg daarin en weer andere slimmerds verwarmen de vaatwasser. Eén en al avontuur! Maar wat langer wachten helpt ook.
  7. Laat het deeg niet te veel boven het blik uit rijzen, het deeg wordt daardoor slapper en zakt in. De smaak blijft hetzelfde, de textuur wordt minder en het staat niet leuk. Het rijzen duurt ongeveer één uur.
  8. Verwarm de oven voor op 200°
  9. Zet het brood in het midden van de oven en de oven op 175° en bak gedurende 45 minuten. Dat ruikt lekker! Daarvoor alleen al zou je het doen.
  10. Laat het brood daarna op een rooster lang - uren - afkoelen. Het kan heel goed in de diepvries worden bewaard.

Ingrediënten

  • 350 ml. lauw water
  • 250 gr. cedervolkoren
  • 150 gr. volkorenspeltmeel
  • 100 gr. speltbloem
  • 1 1/2 theelepel zout
  • 7 gram = 1 theelepel droge gist
  • 1 eetlepel witte basterd suiker
  • klein scheutje olijfolie
  • zakje hazelnoten (75-100 gr.) of 100 gr. zonnepitten
Toen ik zag hoe buurvrouw Suzanne brood bakte, had ik maar één gedachte, dat wil ik ook. Dat 'ook' duurde nog wel even: 25 jaar! voor ik er zelfs maar aan begon, want brood bakken kost tijd en gemakkelijk is het ook al niet.
Cedervolkoren is een naam bedacht door de Zandhaas. Het is volkorenmeel waar nog veel meer hulletjes en vezels inzitten. Het geeft een steviger deeg.

Tips

  • Raak niet te snel ontmoedigd.
  • Er zijn weliswaar veel broodbakboekjes maar het blijft zoeken naar een receptuur die voldoet aan je eigen smaak.
  • Kneed deeg alleen om het eens gedaan te hebben. Het is zwaar en tijdverslindend werk en, als je zoals ik, vier broden per keer bakt, schaf dan een broodbakmachine aan. Ik gebruik er twee - alleen om te kneden. Het geschiktst vind ik die van Blokker, de AFK. Hij is niet duur, vaak in de aanbieding, en er zit een handig maatschepje bij.
  • Gebruik alleen het kneedprogramma want we wilden toch echt brood bakken en niet die slappe halve schoenendozen uit de machine met een gat in de bodem
  • Het meel en andere benodigdheden koop je natuurlijk bij korenmolen de 'Zandhaas' in Santpoort.

Wil je toch zelf kneden ga dan als volgt te werk

Deze handkneedmethode is heel geschikt voor het maken van pizzadeeg.

2 pizzabodems van 30cm doorsnede:

1 el basterdsuiker; 2 tl gedroogde gist; 21/4 dl lauwwarm water; 450gr bloem, 1/2 tl zout; 3el olijfolie.